Sinds de invoering per 1 oktober 2014 van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (Flex BV) zijn de kapitaalbeschermingsregels gewijzigd.
Het bestuur van de vennootschap is nu verplicht om bij elke vorm van uitkering van vermogen aan aandeelhouders na te gaan of deze uitkering, gelet op de belangen van de BV en schuldeisers, verantwoord is (zie artikel 2:216 BW). Voor bestuurders en aandeelhouders zijn hieraan (aansprakelijkheids)sancties gekoppeld.
Of een uitkering is toegestaan wordt beoordeeld aan de hand van een balanstest en een uitkeringstoets. Aan de hand van de balanstest wordt bepaald of een uitkering van vermogen mogelijk is. Aan de hand van de uitkeringstoets stelt het bestuur vervolgens vast of de vennootschap na uitkering van het vermogen zal kunnen voortgaan met het voldoen aan haar opeisbare schulden. Als het bestuur van mening is dat dit niet het geval is, dan dient zij op straffe van hoofdelijke aansprakelijkheid de goedkeuring aan het uitkeringsbesluit te onthouden.
Voor de balanstest dienen de activa en passiva van de vennootschap te worden gewaardeerd, ook de pensioenvoorziening. Deze waardering dient voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2014 volgens de Raad voor de Jaarverslaggeving volgens RJ-uiting 2014-4 plaats te vinden.
De Flex-BV wetgeving is voor het Centraal Aanspreekpunt van Pensioenen aanleiding geweest om een eigen fiscale dividendtoets te ontwikkelen.
Dividendtoets Belastingdienst
Het Centraal Aanspraakpunt Pensioenen heeft in het kader van dividenduitdelingen een dividendtoets ontwikkeld waarbij de waarde in het economisch verkeer van de pensioenvoorziening een rol speelt. Dit is een andere fiscale waardering van de pensioenvoorziening dan die voor de aangifte vennootschapsbelasting nodig is en ook is deze waardering niet gelijk aan de waardering zoals voorgestaan in RJ-uiting 2014-4. Verzekeringstarieven bepalen deze waarde.
Voor de commerciële waarde volgens de Belastingdienst kan mogelijk worden uitgegaan van:
- de waardering van de tijdsevenredig opgebouwde aanspraken
- op basis van de meest recente overlevingstafels met leeftijdsterugstellingen
- inclusief voorwaardelijk en onvoorwaardelijk overeengekomen indexaties
- op basis van een rekenrente ter grootte van het u-rendement op berekeningsdatum verhoogd met 0,5%
- waarbij rekening wordt gehouden met een kostenopslag van 5% met een maximum van € 20.000.
Dividendtoets RJ-uiting 2014-4
De commerciële waarde volgens de Raad voor de Jaarverslaggeving moet worden gebaseerd op een in Nederland algemeen aanvaardbare actuariële waarderingsmethodiek. De te hanteren uitgangspunten moeten daarbij worden gebaseerd op 'de beste schatting'.
De commerciële waarderingsgrondslagen volgens de RJ houden onder meer in:
- de waardering van de per berekeningsdatum opgebouwde aanspraken
- op basis van een overlevingstafel of prognosetafel
- inclusief onvoorwaardelijk overeengekomen indexaties
- op basis van een rekenrente ter grootte van de marktrente per berekeningsdatum van hoogwaardige ondernemingsobligaties
- waarbij geen rekening wordt gehouden met kosten.
Lees meer over RJ-uiting 2014-4.